holwierde


Holwierde en zijn oudste geschiedenis geschreven door Edze de Boer

Dit boek zal veel mensen met interesse in de oudste geschiedenis van Noordoost Groningen aanspreken. Vooral voor inwoners van de voormalige gemeente Bierum en de dorpen Holwierde en Krewerd biedt het boek veel informatie.

Het boek is geschreven door “meester” Edze de Boer (1926). Hij is opgegroeid in Holwierde en kent het gebied goed. Vanaf 1957 tot aan zijn pensionering in 1985 werkte hij in het basisonderwijs. Daarna studeerde hij geschiedenis aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Zijn passie voor de geschiedenis van deze streek blijkt uit bijdragen aan Het Bierumer Boerderijenboek, het boek Meij 650 en de zelfstandige publicatie over de heilige Hatebrand en het klooster Feldwerd bij Holwierde (De stichter, de stukken en de schenkers van het Oldenklooster bij Den Dam).

Beknopt overzicht inhoud

Het verhaal wordt in zes hoofdstukken verteld.
In de inleiding wordt uitgelegd hoe groot het gebied eens was en hoe de streek er uitzag. Maar ook wie de bewoners waren. Daarbij worden de drie wierden Bansum, Holwierde en Katmis en de latere bedijking in de 10de en 11de eeuw besproken.

Hoofdstuk 1 gaat vooral over de waterstaat en het onderhoud van de zeedijk. De schepperij Klein Wierum, Nansum, lutjeburen en de schepperij Holwierde en Marsum waren belangrijk. Uitgelegd wordt wat de taak van bestuurders was en hoe de controle van afspraken plaatsvond. Bijzonder boeiend is het verhaal over het onderhoud van de zeedijk.

Hoofdstuk 2 behandelt de middeleeuwse dijken en het dijkrecht van 1200 tot 1600 in de parochie Holwierde. De bijzondere rol van de kloosters wordt toegelicht. De watervloeden en de catastrofale gevolgen daarvan voor mens en dier worden beeldend geschetst.

Hoofdstuk 3 gaat over Holwierde/Marsum in de 15de en 16de eeuw. De mensen in Holwierde leven van de landbouw. Hun producten worden verkocht aan handelaren in Appingedam. De geestelijkheid en de boeren spelen een belangrijke rol in het bestuur. Adellijke families zoals Ripperda en Rengers doen zich gelden.

Hoofdstuk 4 bespreekt het beheer van de dijken van Holwierde en Marsum in de 18de en 19de eeuw. De schade bij stormvloeden zoals die van 1686 en 1717 is groot. Het zat de boeren en overige inwoners niet mee en het dijkonderhoud liet te wensen over.

Hoofdstuk 5 gaat uitvoerig in op alle overstromingen die het gebied van Holwierde en Marsum hebben geteisterd. Het begint met de Julianavloed van 1164 en eindigt met de Kerstvloed van 1717. Er waren veel slachtoffers te betreuren.

Hoofstuk 6 behandelt een aantal bijzondere boerderijen in de parochie Holwierde, zoals de verdwenen kerkenboerderij van Holwierde die aan de zuidzijde van de Stefanuskerk stond. Daarbij komt de afbraak van de middeleeuwse juffertoren aan de orde. Dankzij het verslag van de schoolmeester weten we hoe hoog deze toren was.

Het boek heeft verder 9 bijlagen waaronder een transcriptie van het oude dijkrecht uit 1579/1604 plus een uitleg van belangrijke begrippen.

Meest recente berichten